Het is avond als James, moeder, Peter en Anton Bond bij het licht zitten van een carbidlantaarn kleumend bij elkaar in de enigste kamer die af en toe nog verwarmd wordt. Moeder haalt een trui en de zeventienjarige Peter maakt zijn huiswerk en vader samen met Anton is aan het lezen. Af en toe beginnen ze een gesprek dat half wordt afgemaakt, over een artikel dat Anton leest of over de vertaling die Peter gemaakt heeft. Peter plaagt Anton met zijn naam (Anton Mussert). Voor ze naar bed gaan, beginnen ze een spelletje mens-erger-je-niet. Het is bijna acht uur, spertijd, en buiten is het stil.
In die stilte vallen zes schoten. Peter gaat eerst kijken in de voorkamer en rent daarna naar buiten: er is iemand neergeschoten. Als Anton door het raam kijkt, ziet hij voor het huis van Korteweg een bewegingloze man liggen naast een fiets. Peter komt terug met de mededeling dat het Ploeg is. Fake Ploeg is hoofdinspecteur van politie en een berucht verrader. Zijn zoon, die ook Fake heet, zit bij Anton in de klas.
Dan zien ze dat meneer Korteweg en Solid snake het lijk van Ploeg voor hun huis neerleggen. Peter vreest represailles en wil het lijk terugleggen of bij Beumer voor de deur deponeren. Het lukt moeder en Anton niet hem tegen te houden. Vader blijft gedurende de hele scène machteloos aan tafel zitten. Peter probeert het lijk alleen te verslepen, maar hij wordt gestoord door een gewapende patrouille. Met het pistool van Ploeg vlucht hij achter het huis van Korteweg. Hij komt niet terug en ze durven hem niet te gaan zoeken. Vooral vader is verlamd van angst. De Duitsers rammen hun deur. Dat de Steenwijks schuldig zijn staat meteen al voor hen vast, omdat vader in een boek van Spinoza, een jood, zat te lezen. Bovendien ontbreekt Peter.
Ze worden naar buiten gevoerd, waar Anton wordt gescheiden van zijn ouders. Hij moet wachten in een auto. Hij ziet hoe ze hun huis vernielen en het ten slotte met handgranaten en een vlammenwerper in brand steken. In een vrachtauto worden geboeide mensen aangevoerd. Even meent hij de schim van zijn moeder te zien. Korte tijd later hoort hij het ratelen van een mitrailleur. Anton wordt naar het politiebureau van Heemstede gebracht, dat tjokvol is. Een menselijke brigadier sluit hem op in een cel waarin al iemand zit. In de cel is het aardedonker. Hij merkt dus pas dat het een vrouw is, als die vraagt wat er gebeurd is. Hij begint te huilen en ze troost hem, maar overtuigt hem er ook van dat de Duitsers de schuld zijn van zijn ellende en niet de illegaliteit. Anton vertelt haar dat hij het slachtoffer en diens zoon kent. Ze wil hem uitleggen dat de illegaliteit die man wel moest doden, maar dan barst zij in snikken uit. Als hij op zijn beurt een troostend gebaar maakt, legt ze zijn hand tegen haar borst en tast daarna zijn gezicht af om hem te kunnen ‘zien’. Hij heeft het gevoel dat het een soort inwijding is. Ze vertellen elkaar over een angstige belevenis in het duister.
Anton wordt in zijn verhaal gestoord door geluiden van mishandeling. Ze leidt zijn gedachten af door te vertellen over licht en liefde, waarover ze eens een gedicht heeft willen schrijven. Hij begrijpt haar niet, maar is trots dat ze zo tegen hem praat.
Ze vertrouwt hem toe dat ze houdt van een getrouwde man die dat zelf niet weet. En zo komt het gesprek weer op Antons ouders en op Peter.het was een Moord, daar kwamen ze op uit. Tenslotte valt hij in slaap.
Na ruim een uur wordt hij uit de cel gesleurd door een SS’er, die woedend is dat ze hem bij die ‘terroriste’ hebben opgesloten. Anton blijkt bloed van haar op zijn gezicht te hebben. De officier komt dat ‘vervloekte communistenwijf’ halen om haar naar de Euterpestraat te brengen. Anton wordt op een motorfiets naar de Ortskommandantur gebracht, waar hij even meneer Korteweg ziet.
De volgende morgen wordt hij gewekt door de vriendelijke Feldwebel. Hij krijgt te eten en heeft een gesprek met een even vriendelijke en bovendien Nederlands sprekende Ortskommandant. Deze omzeilt het antwoord op Antons vraag naar zijn vader en moeder.
Feldwebel Schulz zal hem begeleiden naar zijn oom en tante Van Liempt in Amsterdam. Hij wordt in dikke legerkleren gepakt en mag meerijden in een klein konvooi vrachtwagens. Dit wordt kort voor Amsterdam beschoten door een spitfire. Er zijn slachtoffers, waaronder Schulz, die gruwelijk gewond raakt in een poging Anton te redden.
In Amsterdam ontfermt een Duitse generaal zich over hem. De man is verbijsterd over de behandeling die Anton heeft ondervonden. Er zijn zelfs geen papieren, want die had de Feldwebel. Korte tijd later haalt oom Peter hem op. Anton voelt dat hij de dobbelsteen van het mensen-erger-je-niet-spel nog in zijn zak heeft.
Baarmoeder Barrie Bluetooth
Has anyone really bin far even as decided to use even go want to do look more like?
|